Deze blog werd verplaatst naar Kartblog.info.

Ik hoop ook op het nieuwe domein een antwoord te kunnen geven op al je kartvragen!
Vergeet je ook niet in te schrijven op de gratis nieuwsbrief.

vrijdag 28 mei 2010

Houding tijdens het rijden

De houding als piloot is de eerste belangrijke stap. Enerzijds om goed te kunnen rijden, maar anderzijds ook om de andere rijders in het veld te gaan beïnvloeden. Een stevige houding toont aan de je het meent, dat je tot op het bot zal rijden.

Eens je in je kart gestapt bent, strek dan eens goed de armen op het stuur en druk zo je lichaam in het stoeltje. Leg daarna de armen relaxed op het stuur, klaar om te rijden.

Vele piloten rijden onderhands, met hun handen in een twintig-voor-vijf positie. Dit rijdt op zich makkelijker, maar het lijkt imposanter als je je armen in een tien-over-twee positie houdt. Je kan dus eventueel in het prégrid die sterke houding aannemen en tijdens het rijden nog altijd omschakelen naar de onderhandse houding.

Er zijn ook wel piloten en monteurs die beweren dat je met die bovenhandse houding ook meer grip voorin de kart creëert omdat het alle kracht die je met je armen uitoefent ook wordt overgebracht op de voorkant van de kart. Ik ben echter van mening dat je zo weinig mogelijk kracht uit je armen moet gebruiken tijdens het rijden.
Hiermee deel ik de mening van enkele Britse kart coaches en wereldkampioenen als Davide Forè, die zeggen dat het aantal kracht dat je uitoefent tijdens het rijden geen invloed mag hebben op de tijden.

Met andere woorden: als je voelt dat je meer kracht moet zetten om betere tijden te klokken moet je iets aan je fysieke conditie doen ofwel een betere rijhouding aannemen.

TIP: Karten is een fysiek zware sport. Het komt dan ook vaak voor dat er na wat rijden krampen opkomen in de handen en armen. Rechtshandige mensen hebben waarschijnlijk meer uithoudingsvermogen in hun rechterarm. Daarom is het aangeraden om bij de bochten naar links afwisselend met de linkerarm aan het stuur te trekken en met de rechterarm het stuur om te drukken. Voor linkshandige mensen geldt natuurlijk het omgekeerde.

maandag 17 mei 2010

Juist focussen tijdens het rijden

Van alle mogelijke takken van de autosport is dit gedeelte men favoriete gedeelte. Zowel om mee te experimenteren, als over te vertellen, als te analyseren, als erover te schrijven. Als je de principes onder de knie krijgt die we nu gaan behandelen, dan garandeer ik je dat je sneller zal zijn dan voordien. Zoniet, zeg me dan wanneer je waar gaat karten en dan kom ik een kijkje nemen. Ga je er echt niet sneller van, dan krijg je een leuke verassing van me. (dan ben je een held:o)

Goed. Focus zal wel het sleutelwoord naar elk mogelijk succes zijn. Iedereen praat wel over: je moet geconcentreerd rijden. Je moet je concentreren op je bochten enzovoort. Maar men zegt niet waarop je précies de focus moet leggen: bij de meeste rijders waarmee ik een dagje ga karten, merk ik meteen dat de focus verkeerd ligt en dat hen dit veel tijd kost.

Het principe gaat als volgt. Je zorgt dat je elke dag je naar het circuit gaat, een plattegrond van het desbetreffende circuit hebt uitgeprint. Ja, ook al heb je dat circuit al honderd keer bereden, dan nog: elke dag is immers anders. Nu gaan we voor de eerste keer de baan op ter verkenning. Probeer je remzones te onthouden en eens je binnenkomt teken je ze even uit op de plattegrond. Bekijk vervolgens de plattegrond even aandachtig en je zal de rempunten automatisch opnemen in je geheugen. Doe je dit zelf niet, dan doet je onderbewustzijn dat. Het onderbewustzijn, daar moeten we zijn. Dit is de sleutel naar snelle laps en hiermee kunnen we echt van start gaan.

We gaan eigenlijk “vliegen”. We gaan nu van karten een ware drug maken. We gaan het gevoel creëren dat we ofwel ontzettend snel over de baan zweven, ofwel ontzettend traag over de baan gaan en elk detail opnemen. Je komt in: “the zone”. De vraag is nu: hoe komen we in “the zone”?

Ayrton Senna zei: “I am able to get to a level where I am ahead of myself; maybe a fifth of a second, who knows? When my car goes into a corner I am already at the apex”.

Senna zegt hiermee perfect hoe het moet zijn: we moeten vooruit kijken. We moeten niet kijken naar wat er voor onze neus ligt, we moeten dit al een bocht eerder gezien hebben. Op dit moment moeten we kijken waar we naartoe willen.

In de praktijk komt het erop neer:
  • Focus niet op het rempunt. Je hebt deze voor het rijden al in je opgenomen, je onderbewustzijn zal op het juiste moment zorgen dat je net hard en net vroeg genoeg remt om goed rond de bocht te komen.
  • Net voor het insturen focussen we meteen op de apex.
  • Tijdens het insturen focussen we op waar we de bocht willen uitrijden.
  • Bij het uitrijden van de bocht focussen we op de volgende bocht, we maken ons klaar om dit proces opnieuw te doen.
Hierdoor zal je merken dat je, net als Senna, in je gedachten reeds verder bent dan dat je werkelijk bent. Je gaat dus rijden op je onderbewustzijn en dat maakt net dat het lijkt alsof je vliegt over de baan.



Een ander voordeel van het onderbewustzijn is dat je véél sneller gaat reageren. Sommigen beweren tot 80 keer, anderen tot 8000 keer. Het is in ieder geval véél sneller en dat brengt mee dat als je bijvoorbeeld in het midden van de bocht wat overstuurt, je onderbewustzijn meteen weer – veel sneller dan dat jij dat zelf zou doen - controle neemt zonder dat je daarbij hoeft na te denken.

Met je onderbewustzijn kan je dus de échte, niet menselijke, limiet gaan opzoeken. Zo zal je in staat zijn bijvoorbeeld net als Senna elke bocht op Monaco op een haar van de barrière te nemen.

In het begin is het alles behalve makkelijk om in ‘the zone’ te komen. Voor mensen met concentratiestoornissen zal het zelfs nog moeilijker zijn. Maar oefening baart kunst! Na een tijdje zal je dit automatisch doen en zal je zelfs nog verder gaan kijken. Je zal je dan ook bewuster zijn van wat er allemaal in het veld gebeurt: hoeveel karts liggen nog voor me, hoever liggen ze voor me, waar zijn er incidenten gebeurd, …

Hiermee hebben we weer een van de grootste autosport geheimen blootgelegd. Ik zou het dan ook appreciëren moest je me op de hoogte houden van hoe dit voor jou werkte, eens je het hebt geprobeerd.

zondag 16 mei 2010

Licht aan het einde van de tunnel

Om de situatie relatief zacht uit te drukken kunnen we zeggen dat we een vrij rampzalige start van het kartseizoen hebben gekend. Gelukkig lijkt er nu weer licht aan het einde van de tunnel!

De eerste training op 17 maart liep het al aardig mis. De eerste stint inrijden verliep goed. Bij de tweede stint wou de motor al niet meer starten. Na lang proberen lukte dit toch. Tegen de tijd dat we aan de derde stint konden beginnen, werd het helaas al donker dus konden we huiswaarts keren.

We dachten dat het probleem hier lag bij de batterij die te weinig gaf. Daarom nieuwe batterij gekocht en de avond voor de volgende training, 24 maart, de motor thuis nog enkele keren probleemloos gestart.
Komen we 24 maart op de baan, willen we motor starten, doet die het weer niet. Heel wat keren proberen starten om er uiteindelijk achter te komen dat het aan de bougie / bougiedop lag.
Tegen de tijd dat die vervangen was, was de batterij af. "Gelukkig" wat hulp gekregen van een Rus die naast ons op paddock stond. Hij probeerde met z'n 24 volts batterij en de motor sloeg per direct aan.
Helaas niet mogelijk hem draaiende te houden tot aan de baan om het inrijden van 17 maart verder te zetten. Ondertussen laden we onze eigen batterij terug wat op.
Half uurtje later gaan we terug naar de baan, en wil die helemaal niet meer starten, zelfs startmotor ging niet meer tekeer. Opnieuw huiswaarts, startmotor openleggen: kooltjes uit startmotor gefrituurd.

Enkele dagen later gaan we op en neer naar Antwerpen, bij Bruno, achter setje kooltjes en bij De Feyter voor remontluchter. Eens thuis meteen nieuwe kooltjes ingestoken. Startmotor draait tweemaal en stopt dan. Kooltjes uit, in, start tweemaal en stopt weer.

De volgende woensdag dus nog eens naar Berendrecht waar we startmotor proberen repareren. Uiteindelijk blijkt er wat mis te zijn met de rotor, waarop ik tijdelijk Bruno's starter mag lenen.

Komen we thuis, proberen we de nieuwe starter. Gaat als gek tekeer, maar wil de motor nog niet starten. Ditmaal blijkt het dus weer de ontsteking te zijn. Bougie vervangen, bougiedop vervangen. Helpt niet.

16 April ondertussen als we de volgende keer gaan rijden. Bruno is er ook n we steken er ineens een nieuwe ontsteking op: motor start per direct. We kunnen dus verder gaan met het inrijden. Dachten we. In de laatste stint van het inrijden gaat de motor om een nog steeds onbekende reden vast.
Carburatie was goed, benzine:olie verhouding was goed, motor niet te warm of niet te koud, niet overtoeren, ...

Daarop mochten we de dag uitrijden met Bruno's blok, en dat ging behoorlijk. Grotere carbu erop, wat gespeeld met de in- en uitlaatpoorten dus was wel heel wat wennen. Het meeste koppel lag op een hoger toerental dan bij onze eigen motor waardoor in het begin de focus vooral lag op het op toeren houden van het blok.


Zaterdag 24 april nog eens afgezakt naar Genk, opnieuw met Bruno's motor. Combinatie van file op de baan en het BMC en WSK de volgende weekends maakten dat we helemaal achterin het paddock mochten plaatsnemen. Na wat sleutelen eindelijk de baan op, bleken de remmen geen enkele vat te hebben. Binnenkomen, ontluchten, terug de baan op, verliezen we na 3 laps het linker achterwiel.
Shop binnen achter nieuwe wielklos en nieuwe velg. Band omleggen en de rest monteren, terug de baan op. Lag er immens veel grip. Er was geen houden aan in de bochten door het schokken. Op het einde van de dag reden we met voorin 250gr en achterin 300gr in de bandjes. Veels te laag in principe, maar anders kwamen we helemaal niet weg. Optie was de stoelsteunen eruit halen, maar gezien we helemaal achterin het paddock stonden zou dit ook weer immens veel tijd gaan kosten die we niet hadden. Die dag hoop en al 30 minuten gereden.

Intussen is ons eigen blok gereviseerd. Nieuwe cilinder, nieuwe zuiger, nieuwe lagers, nieuwe ontsteking, nieuwe lagers. Afgelopen donderdag eindelijk nog eens gaan rijden (eerder kon niet vanwege wedstrijden op het circuit) met Bas en Dennis. Na een uur inrijden (nieuwe aanbeveling van PRD die zegt dat blijkbaar 1/12e van de zuiger dus aan het inrijden moet verspeeld worden..) dan eens samen met Bas de baan op voor wat snelle rondjes. Ging lekker. Achter Bas vertrokken, een 50-100 meter voor hem binnengekomen.

Een uurtje later met zowel Bas als Dennis de baan op. Ging ook behoorlijk. Bas vertrok als eerste, daarop volgde Dennis waarna ik het rijtje afsloot. Bas moest na enkele rondjes al afhaken vanwege een losgekomen kettingstrip. In die tijd kon ik goed inlopen op Dennis. Net onder zijn bumper maakte ik echter een foutje waardoor hij kon uitlopen.  Tegen die tijd begon het echter te regenen, dus hebben we nog wat fun gehad met slicks in de regen. Mijn eerste keer in de regen, ging behoorlijk goed, na enkele rondjes dan toch.


Voor het eerst sinds juli 2009 dus een dagje probleemloos kunnen uitrijden. Komende woensdag (19/05) en de woensdag daarop (26/05) gaan we terug naar Genk. Motor is goed ingereden, bijna nieuw setje banden op, dus kunnen we gaan klokken en afstellen! Moge het ook deze keer goed gaan.