Eerste fase: instinct
De eerste fase was de beginfase. Hierin had ik wel enkele problemen met kart en motor, maar ik reed. En ik reed goed. Ik ging snel. Ik dacht niet na, en wou gewoon rijden, en probeerde elke ronde sneller en sneller te gaan. En dat lukte vrij goed. De enige rede waarom dit niet misliep was omdat ik zelf niet aan mijn kart sleutelde, gezien deze op Genk gestald was en zij het basisonderhoud deden.Tweede fase: verfijning
In de tweede fase, deze liep ongeveer de eerste 3-4 maanden van dit seizoen, focuste ik vooral om het racen, weinig op het sleutelen. Maar gezien de kart vanaf dit seizoen thuis stond, moest ik wél het nodige onderhoud doen. Ik leerde wel degelijk sleutelen, maar telkens ging ik wel over een bepaald detail. En ondank dat mijn tijden wel redelijk waren op het circuit (helaas wel niet zo goed als vorig seizoen), raakte ik weinig aan rijden toe. Dan ging er eens een ditje stuk, dan lekte de rem, startte de motor niet. Kortom een lange lijdensweg aan technische problemen, met als toppunt het barsten van de krukas waardoor ik een hele tijd aan de kant moest blijven.Derde fase: techniek
Genoeg technische problemen gehad, besloot ik maar meer te gaan focussen op het sleutelen, en in deze fase vertoef ik nu. Helaas zijn de resultaten op de baan daaronder gaan lijden. Waar ik in den beginne met een hardere band (Groene VEGA) eind 56 kon draaien op Genk, doe ik nu met een zachte Witte VEGA met moeite 58’s op hetzelfde circuit. Beschamend dit openbaar te maken, but a man has to face the facts.The facts...
And the facts are: karting draait om een geheel pakket. Rijder, chassis, motor en banden. Ik kan niet meer zoals in het eerste seizoen zorgeloos rijden. Daarvoor weet ik op dit moment teveel omtrent afstelling, chassisconstructie, banden, rijtechnieken enzovoort. Het liefst van al zou ik deze kennis laten vallen en terug naar het begin keren, maar dat lukt natuurlijk niet. We kunnen de bedeelde kaarten niet inruilen, we kunnen ze enkel zo goed mogelijk benutten.Ik heb uit die laatste fase een heel sterke troef geput: laatste keren is het me gelukt zonder problemen te gaan rijden (met andere woorden vroegtijdig naar huis te keren) tenzij het om een aanrijding of iets dergelijks gaat, maar geen technische fouten meer gemaakt.
Het wordt maar weer eens tijd om op de essentie te gaan focussen. De regelmatige problemen met de motor zouden verder ook van de baan moeten zijn volgend jaar gezien ik overschakel op Rotax Max, welks wel bekend staat om zijn betrouwbaarheid. Dus volgend seizoen wordt het de bedoeling dat ik alles kan proberen wat ik in principe dit jaar wou gaan doen:
- Afstellen
- Zoveel mogelijk meters maken
- Snel worden
Near future...
In november rijd ik, net als vorig jaar, de monteursrace op Genk mee. Gezien de tijden die ik afgelopen trainingen draai, verwacht ik in eerste instantie niet al teveel resultaten. Dit staat uiteraard niet in de weg dat ik mijn uiterste best zal doen, elke mogelijkheid mijn kans zal grijpen en mijn plek met alle macht zal verdedigen.De hoofdrede waarom ik deze ondanks de slechte tijden toch zal meerijden is dan weer de ervaring. Het sleutelen onder een bepaalde druk, de sfeer opnemen, verdedigen, aanvallen en vooral: starts oefenen gezien je deze maar in heel beperkte oplage ter beschikking hebt. Kortom, of het nu op een goed of slecht resultaat uitdraait, het is een heel goed pakket aan extra ervaring die ik als rijder goed zal kunnen gebruiken.
Redden wat er te redden valt
Zoals gezegd: you can’t change the cards you’re dealt, just how you play the hand. De recreantenrace vindt plaats op zondag 7 november. Vrijdag 5 november zak ik reeds af naar Genk. Op deze dag werk ik de laatste training af met Bas als monteur. Zaterdag blijf ik wel op Genk, eventueel wat andere mensen helpen, brokken van vrijdag oplappen, ... maar niet zelf rijden. Zondag volgt uiteindelijk de race.Anyway. Er is veel te weinig tijd over om vrijdags het hele pakket (rijder, chassis, motor, banden) op toppunt te krijgen. Ik kan enkel maar proberen nog het beste te maken van wat ik voor me liggen heb.
Het enige waar we nog aan kunnen werken is heel beperkt mijn rijstijl, die op dit moment compleet naar de zak is, en het chassis (de Gillard, niet de nieuwe Eglem. Dit wordt dus ook een hele opgave). Motor en band zijn op zich wel zeer wel in orde.
Op basis van vorige trainingen denk ik wel ongeveer te weten wat er mis is met mijn rijden, en dus zal ik die vrijdag ook proberen bijschaven naar mijn bevindingen. Hierbij hoop ik zeker nog een dikke, volle seconde van mijn gemiddelde rijtijd per lap af te krijgen.
Ingeval het testen goed uitdraait komt dit natuurlijk ook op deze blog te staan, met wat er volgens mij concreet mis ging, en wat ik eraan veranderd heb.
In ieder geval: nu op naar volgend weekend. Moge het een beter weekend wezen dan vorige monteursrace. Moge ik een pak ervaring op doen en moge het een fijn weekend worden.
Ik dank hierbij alvast Bas voor zijn inzet op vrijdag en zondag en over dit gehele kartseizoen. Bruno voor de vele inspanningen, over het hele seizoen, betreft de motor. De ouders en familie die het mogelijk hebben gemaakt dat ik dit jaar niets tekort kwam. Alle mensen die aan elk mogelijk stukje van mijn kennis hebben bijgedragen. Philippe voor de foto’s en filmpjes dit seizoen. Ik vergeet vast nog wel enkele mensen, maar ook zij natuurlijk een grote bedankt.